(webcolumn 2012-08)
Mijn 2 kinderen zijn deze week weer begonnen met school. De oudste in groep 7, de jongste in groep 3.
De jongste had er zin in. Al een paar dagen vroeg hij “Mama, is het vandaag een schooldag?”. Hij was dan teleugesteld dat hij nog niet mocht. Het zwembad in de tuin was ook fijn, maar hij wilde zo graag. Naar school!
Immers, in groep 3 begint ‘het echte werk’. Dat werd hem ook steeds verteld als iemand aan hem vroeg “Naar welke groep ga je nu? ” “Drie al, dan ga je echt leren rekenen en lezen.” Nou, en dat wil hij dus graag. Een nieuwe juf, dat was nog wel een beetje spannend, maar het woog niet op tegen de uitdaging van het willen leren. Een kus voor mama kon er de eerste schoolochtend nog net van af. “Ja, doei.”
Hoe anders bij de oudste. De overstap van groep 6 naar 7 is toch een beetje meer van hetzelfde. Op de vraag “Heb je weer zin om naar school te gaan?” antwoordde ze “Nee” of “een beetje” al naar gelang ze haar vrager tevreden wilde stellen. Mijn dochter doet het goed op school, heeft er geen hekel aan, maar zin… nee.
Ik vroeg me af waar dit verschil in zit en zie ook overeenkomsten met leerkrachten.
Zin hebben in school, om er te leren of om er te werken, heeft uiteraard te maken met persoonlijke aspecten. Deze zijn over het algemeen moeilijk te beïnvloeden. Er even vanuitgaande dat je ‘zin’ wilt beïnvloeden, omdat je het een belangrijk onderdeel vindt van leren en werk, kun je dus beter naar andere factoren kijken.
‘Ergens zin in hebben’, heeft – zo naar mijn kinderen gekeken – te maken met 1) nieuw, maar niet té spannend en 2) uitdagend, maar niet té moeilijk. ‘Zin in’ is dus te koppelen aan ‘zinvol’. Bekende dingen doen die niet uitdagend zijn, is soms best lekker. Het geeft je echter niet de drive om er echt voor te gaan. Aan de andere kant werkt té nieuw en té uitdagend ook weinig motiverend.
Dan nu de stap naar de eigen leerkrachten.
Wie zei de eerste dag in de teamkamer “Ik heb er zin in.”? En wie zei (of dacht) “Nou oké, daar gaan we weer.”?
En wat wil dat zeggen voor komend schooljaar?
En wat wil dat zeggen voor komend schooljaar?
In mijn ogen is er geen zinvoller beroep dan leerkracht. Je draagt als leerkracht essentieel bij aan het verdere leven van zo’n 25 tot 30 individuen die zich nog aan het vormen zijn. Als je daar geen zin in hebt, of de zin er niet van inziet, dan is er werk aan de winkel.
Je hoort wel een zeggen “zin kun je maken”. Dat betwijfel ik. Of je ergens zin in hebt, is een gevoel. Dat kun je hebben of krijgen, maar niet maken. Wel kun je iets zo zinvol maken dat je er weer zin in krijgt. En dat lijkt me een mooie uitdaging voor het nieuwe schooljaar: om de enthousiaste leerkrachten enthousiast te houden en de andere groep de zin in en van het vak weer te laten ervaren.
Citeertitel: Kiewiet-Kester, J. (2012). Zin! webcolumn 2012/08.